Stap voor stap, lijkt het credo. ‘In eerste instantie zullen we ons vooral richten op haalbaarheidsstudies en de eerste pilots.’ Een mooi onderwerp van een “papieren” haalbaarheidsonderzoek zou de elektrische boiler kunnen zijn, stelt Van Woerden. ‘Om bijvoorbeeld industriële warmte in op te slaan. Kunnen we daarmee bijvoorbeeld pieken en dalen in het warmtegebruik balanceren?’
De technologie is geen rocket science, maar het vooral belangrijk om te weten hoe e-boilers in industriële processen zijn in te passen. Lukt dat grootschalig, dan kan heel veel warmte opnieuw worden gebruikt of opgewaardeerd.
Fornuizen
Waar liggen de mogelijkheden op de kortere termijn en waar kunnen we proof points creëren, stelt hij. ‘Over een half jaar moeten we de eerste resultaten laten zien. Voor proefinstallaties onderzoeken we de mogelijkheden bij één of twee centrale testlocaties, maar ook bij bedrijven zelf. Dat laatste levert meteen een spanningsveld op. Industriële bedrijven werken het liefst met proven technology. De dagelijkse praktijk van productiebedrijven is eigenlijk niet ingericht op ingrepen van buitenaf zoals innovatie in de processen. Er zijn geen lab-omstandigheden. Bovendien moeten veiligheid en betrouwbaarheid geborgd blijven. Tegelijkertijd zien de bedrijven de noodzaak van vergroening. Ze moeten dus wel in beweging komen. Maar hoe doe je dat, terwijl de winkel gewoon openblijft?’
Ook is het belangrijk om te weten hoe nieuwe grondstofstromen in de bestaande industrie kunnen worden ingepast. Binnen het fieldlab wil het bedrijf Duiker onderzoeken hoe industriële fornuizen andere brandstoffen kunnen verwerken. Waterstof lijkt hiervoor een goede kandidaat. De groene variant, geproduceerd met hernieuwbare elektriciteit, is echter nu nog niet in grote hoeveelheden beschikbaar. Daarom moeten er gedurende de energietransitie fase alternatieven zijn. En het liefst flexibel.
Duiker wil in het fieldlab daarom ook andere duurzame brandstoffen onderzoeken, zoals methanol, biogas of ammoniak. Zelfs aardgas is wellicht nog nodig tijdens de overgangsperiode naar een volledige CO2-reductie. Wereldwijd en in Nederland zijn talloze procesfornuizen in bedrijf. Deze zijn, in de huidige configuratie voor een groot gedeelte ongeschikt om met duurzame brandstoffen te worden bedreven. Er is daarom behoefte om de bestaande geïnstalleerde fornuizen geschikt te maken voor het gebruik van duurzame brandstoffen.
Uitwisselbaar
Van Woerden is blij dat het fieldlab wordt gesteund door een coalitie van verschillende partijen die zowel de dagelijkse praktijk van productiebedrijven als innovatieve bedrijven vertegenwoordigen. ‘Partner FME vertegenwoordigt technologische toeleveranciers, zoals Duiker in het voorbeeld, die gericht zijn op de mogelijkheden van technologieontwikkeling. Deltalinqs behartigt de belangen van de industrie, die de uitdaging heeft te duurzamer te worden met versterking van de concurrentiepositie. Bij TNO zijn onderzoekers gericht op innovatie en is veel toepasbare kennis aanwezig. Samen met het Rotterdamse Havenbedrijf en Innovation Quarter vormen ze een sterke coalitie om gezamenlijk een goed doel te bereiken om de regio Rotterdam duurzaam te versterken.’
De samenwerking houdt daar zeker niet op. Het fieldlab komt weliswaar in Rotterdam, maar samenwerking met andere clusters wordt nadrukkelijk gezocht. Zoals met de Eemsdelta, die een belangrijke rol gaat spelen in de energietransitie, en ook met Chemelot. Van Woerden: ‘Partner TNO is bijvoorbeeld nauw betrokken bij Brightsite dat veel onderzoek doet op de Chemelot Campus. En in het noorden hebben bedrijven bijvoorbeeld ervaring met e-boilers. We gaan juist voor uitwisseling en niet voor competitie met andere clusters. Door samen te werken zijn veel resultaten uitwisselbaar en opschaalbaar.’
‘De dagelijkse praktijk van productiebedrijven is niet ingericht op ingrepen van buitenaf, zoals innovatie in de processen.’
Jeroen van Woerden, kwartiermaker Fieldlab Industriële Elektrificatie
Versnelling
Van Woerden gelooft dan wel niet in een revolutie, maar de evolutie kan volgens hem ook in de energietransitie snel gaan. ‘Er heerst consensus over dat er wat moet gebeuren. De Europese Unie heeft bijvoorbeeld haar duurzame ambities niet bijgesteld tijdens de coronacrisis. Het gevoel van urgentie is er nog steeds. Daarbij kan het fieldlab de bedrijven helpen. En dan kan het snel gaan. Er is echt sprake van momentum. Het is aan ons om met inspirerende projecten de versnelling van de energietransitie vorm te geven.’